Posts tonen met het label tutorials. Alle posts tonen
Posts tonen met het label tutorials. Alle posts tonen

woensdag 31 december 2014

Het jaar van de gordijn

2014 was hier overduidelijk het jaar van gordijn. Bij momenten leek het wel een neverending story.
Ik begon eind 2013 met de kinderkamer, met 7 meter Ikeastof.  Sindsdien verwerkte ik nog 20 meter gordijnstof van 280 cm breed en 10 meter verduisterende stof van 150 cm breed.

Gordijnen maken is op zich niet moeilijk, het is gewoon wat saai en je hebt er een helpende hand en een grote lege tafel voor nodig. Laat een grote lege tafel hier een trekpleister zijn voor Lego en ander speelgoed en dat opruimen niet mijn sterkste punt.

Nu ze een jaar na de start van het project eindelijk allemaal ophangen, is het toch tijd geworden voor een korte handleiding.
Wat heb je nodig?
 - gordijnstof (140, 150 of 280cm)
 - loodjes
 - gordijnband
 - garen
 - strijkijzer + stijkplank

Voor je stof gaat shoppen is het aangewezen om eerst de ramen op te meten en gordijnband te kiezen. Ik ging voor een 3-ploois gordijnband die net 2 op 1 samentrok (gevonden bij wijlen Home Market), maar er bestaan vele soorten. De gordijnen van de slaapkamers kregen hier Ikeaband omdat de maat van het raam niet te verzoenen viel met de 3-plooisband en de stofbreedte. Bij de Ikeaband kan je de plooien naar smaak leggen met ijzeren gordijnhaken.



Eén van de ramen hier was 255cm breed (binnen het kader), dus moest er stof van 280 breed komen om geen naden midden in de gordijnen te hebben. De stof werd gevonden op het Stoffenspectakel. Alle ketens lijken enkel stof van 140cm aan te bieden en daar zit dan altijd al maakloon inbegrepen (ofte "gratis confectie").

Hoeveel stof heb je nodig? 

Aangenomen dat je ook 2:1 band gebruikt reken je als volgt: 
Breedte van het raam + gewenste ruimte buiten het kader + zomen (vb. ((80 + 20) x 2) + 10cm zomen = 210 )
Hoogte van het raam + gewenste ruimte buiten het kader (vb. (120 + 30) + 15 cm onderzoom + breedte band als bovenzoom)

Je stof afmeten doe je het makkelijkst met 2 personen en een metalen rolmeter op een zo groot mogelijk plat vlak (desnoods de vloer). 
Als je stof niet breed genoeg is, werk je bij voorkeur met een engelse naad

Werkwijze 
Je start met de onderste zoom.
Je strijkt eerst 2 cm om en daarna 13 cm om. Er wordt niet gezigzagd of overlockt.
Na het strijken stik je de zoom door, zo dicht mogelijk bij de rand (+-2mm)



Vervolgens komen de zijkanten aan de beurt.
Aan iedere kant strijk je eerst 2cm om en daarna 3cm om. Ook hier niet zigzaggen of overlocken.
Vervolgens weer doorstikken zo dicht mogelijk bij de rand.

Methode 1, met een hoekje.


Methode 2, zonder hoekje, maar met een handmatige onzichtbare steek vastgemaakt onderaan (anders vallen de loodjes erdoor). 



Na het dichtstikken van de zijkanten, laat je het lood in de zijnaden vallen.



Voor de laatste stap zoek je opnieuw een helpende hand om vanaf de zoom de gewenste hoogte van de gordijn opnieuw af te meten. Dit doe je best over de volledige breedte van de gordijn om de 10 cm of op basis van het patroon als je dit ook bij de zoom perfect gevolgd hebt.

Je strijkt ook de bovenrand om en zet er vervolgens de band op (lood niet vergeten!).
Je kan best even testen op welke hoogte de haken komen met het band erop. In de meeste gevallen heb ik mijn band op 1cm van de bovenrand opgestikt.
Knip zonodig een beetje van de resterende stof af, zodat alles onder de band terecht komt.  Ook hier dus geen zigzag of overlock.

Bij stoffen die zich vlot laten strijken heb je dus géén spelden nodig.
Verduisteringsstoffen laten zich meestal niet of bijna niet strijken en daar gebruik je dus geen strijkijzer, maar wel een massa spelden.

zondag 12 mei 2013

De rits met één bies

Ik had u nog een uitleg beloofd over de rits met één bies, dus bij deze.
Eens je klaar bent ziet de rits er zo uit:

Je meet de lengte van de rits af + een halve cm bovenaan. De naad voorbij dit merkje kan je al stikken.
Vervolgens speld je de rits in zodat de tandjes net onder de stof uitkomen. Dan stik je deze kant in en je blijft daarbij zo dicht mogelijk bij de tandjes.


Vervolgens speld je de andere kant zo vast dat het vorige stiksel net bedekt is.


Hier heb je 2 opties:
1) Je draait de stof en je steekt nieuwe spelden, zodat de stof enkel nog aan de onderste stoflaag vast zit.
Vervolgens stik je de rits vast aan de enkele stoflaag.
Op dit punt zit de rits eigenlijk al op zijn plaats. Het enige dat je nu nog moet doen, is een sierstiksel bovenop. Met dat stiksel blijft de boel ook wel mooi op zijn plaats zitten.

2) Stik de rits vast met het sierstiksel.
Dit werkt vooral bij dunnere stoffen, waarbij je de rits goed kan voelen zitten.
Bij dikkere stoffen is het steviger om de rits op de eerste manier in te zetten.




woensdag 27 februari 2013

Drukken op stof

Voor degene met een klussende echtgenoot hebben we hier een verantwoorde manier om de verf en linoleumresten weg te werken.
Wie geen klussende echtgenoot heeft kan ook verfstaaltjes nemen en (oude) linoleumstaaltjes vragen in de winkel.
Verder heb je nog iets nodig om je textiel/papier onder te persen en een verfrolletje en gutsen.

Je neemt een restje linoleum en je gutsjes.
Je zoekt of maakt een tekening om over te nemen en calqueert die op je linoleum.
Met je gutsen snij je alles weg wat niet bij de tekening hoort, de randen knip je af.
Dan krijg je bijvoorbeeld zo iets:



Alvorens je op stof drukt kan je best even testen op een blaadje papier, want wegwassen is geen optie meer. Je wil zeker weten of er geen te hoge randjes meer zijn die onverhoopte strepen op je tekening trekken.

Zodra je een goedgekeurd ontwerp hebt, neem je het t-shirt dat je wil versieren. Je linoleum rol je zo gelijkmatig mogelijk in met acrylverf of hoogglanslak. Doe dit met een deftig rolletje zodat je een mooi gelijkmatig dun laagje kan leggen op je linoleum. Let goed op dat je je verf mooi uitrolt en een dunne laag legt, zodat de groeven die je uitgesneden hebt niet vol verf komen. Enkele testjes op een restje zijn zeker het overwegen waard.
Zodra je helemaal tevreden bent, kan je je t-shirt drukken.

En dan nog één en nog één:






Als je je linoleum na het drukken dadelijk mooi schoonveegt met papier, dan kan je het eindeloos herbruiken.
De credits voor het uitsnijden van de vingerafdrukken en Tux de pinguin gaan naar de MDH.
De baby op de foto is de zoon des huizes en nu bijna 6 jaar en vele vele wasbeurten later hebben een aantal van de t-shirts gaten van de sleet, maar de tekening die zit er nog op zoals de eerste dag.

woensdag 25 juli 2012

Het patroonloze tricotrokje - de tutorial

Het patroonloze  tricotrokje is absoluut mijn favoriet op dit moment. 
Hij is echt heel eenvoudig om te maken, aangenomen dat je over een overlock kan beschikken.


Wat heb je nodig:

  •  een overlock en een naaimachine
  • een strook tricot (in mijn geval 40cm van 150cm breed)
  • bijpassend garen
  • een dubbelnaald
  • jerseynaald
  • brede elastiek

Werkwijze:

    Je knipt een strook voor de tailleband. Bij elastiek van 3cm breed, knip je een strook van 8 à 9cm hoog. De elastiek + 1 à 1,5cm naadwaarde dus.
    Voor maat 80-86 heb je een eindomtrek van 42cm nodig.
    Voor maat 92 ongeveer 44cm .
    Voor maat 98 ongeveer 46-47 cm.
    De tailleband plooi je dubbel, goede kanten naar binnen en rijg je aan mekaar vast. Overlocks houden niet van speldjes...



    Ik overlock met 4 draden, zodat ik niet ook nog eens moet naaien. Wel even opletten dat je stof nergens dubbel ligt, zodat je niet met gaten zit.


De eerste rokjes van dit model maakte ik met 1 enkele zijnaad. Meer is eigenlijk niet nodig. Het viel mij echter op dat iedereen die wel eens de kleertjes van mijn dochter goed trekt en maar 1 naad kan vinden, die automatisch midden op haar poep wil draaien. Dat was eigenlijk niet de bedoeling natuurlijk.
In deze versie maakte ik dus 2 zijnaden. Heel eenvoudig door de stof dubbel te vouwen en te overlocken, gewoon een heel fijn strookje eraf.


Voor de plooitjes meet ik de resterende stof, na het maken van de naad en het afknippen van de zelfkanten. Ik zie wel graag plooitjes van 3cm, dus als het enigzins uitkomt dan neem ik dat, rest er een paar centimeter, dan sneuvelen die onder de overlock bij het maken van de 2e zijnaad.
Soms bij grotere prints kan je beter de plooien leggen zodat de print klopt.

Ik zet de plooitjes in het midden vast. Zo zitten de spelden niet in de weg voor het stikwerk.


Elk plooitje stik ik vervolgens met een rechte stretchsteek vast. Daarvoor zet ik mijn naald zo ver mogelijk naar de buitenrand van de plooi toe. Een stiksel van 2 à 3 cm volstaat ruimschoots.


De volgende stap is de tailleband klaarmaken. Ik hou niet zo van gaatjes openlaten, elastiek inprutsen,... Dus ik stik hem gewoon van de eerste keer vast.

Dan gaat de elastiek in de tailleband, die je er zo keurig mogelijk rondvouwt. Je zet de elastiek goed vast met speldjes, zonder dat die in de buurt komen van de te naaien rand.


Eens je tailleband klaar is, meet je hem na en doe je hetzelfde met het rokdeel. Daarvan kan je nu de 2e naad sluiten.
Je neemt je rok aan de goede kant en doet er de tailleband rond. Zodat het geheel er uitziet zoals op de foto hieronder.

Als je niet wil dat je plooien straks bij het naaien rare vouwen maken, rijg je alles met grove steken vast. Best iets voorbij de naadwaarde naaien, want driegdraad van tussen de gelockte naden vissen is niet zo gemakkelijk.

Eens dat klaar is, gaat heel het pakket gewoon hop onder de overlock.
En dan komt dat er zo onderuit. Proper hé.



En dan zitten we al bij de laatste stap, de zoom.
Ik gebruik altijd een spoeltje voor de 2e draad van de dubbelnaald. Als ik dat spoelje gewoon op de 2e houder zet, dan zakt dat, klemt en breekt de draad. Dus als lapmiddel zet ik er de 2e spoelklem onder. Sindsdien geen enkele draadbreuk meer.


En de laatste stap is de draadjes naar achter trekken, knopen en ze in de naad verstoppen.

KLAAR !

Stof: Pauli

Deze handleiding mag uitsluitend gebruikt worden voor persoonlijk gebruik. Gelieve ook een bronvermelding te plaatsen.

donderdag 7 juni 2012

Een tricot bloemenrokje


Sinds enkele weken woont er hier een overlock in huis.
En dan neem je zo een gekocht rokje uit de kast, bekijkt dat eens goed en denkt, mmm dat moet op een avondje makkelijk te doen zijn.
En jawel, zo een patroonloos tricotrokje dat past in een avondje naaien.

Een stofje werd gekozen, 40cm tricot volstond ruimschoots voor een 2,5 jarige.
Een strook van een kleine 30cm werd geknipt over de hele lengte van de stof.
Garen werd gekozen. (het werd die rode)

Er kwam weinig gereken aan te pas. Ik mat de tailleband na op een bestaande rok en bij het leggen van de plooien lette ik vooral op de tekening. Na enkele pogingen had ik een patroon gevonden waarmee ik bijna de volledige breedte van de stof kon gebruiken. De plooitjes stikte ik met een klein recht stretch stiksel vast.

De tailleband en zijnaad lockte ik aan mekaar en de elastiek stikte ik ook van de eerste keer aan mekaar. Ik schoof de 2 in mekaar, zette de elastiek eventjes op zijn plaats met wat speldjes, zodat hij niet onder het mes kon geraken. De rok en de tailleband naaide ik aan mekaar met een driegdraad en het volledige pak ging zo onder de overlock.



Nog even de onderrand afwerken met de overlock, centimeter omvouwen, zoompje met de dubbelnaald en tadaa klaar.



Iets in mij zegt dat er van dit model nog veel rokjes zullen gemaakt worden hier.

Stof: Pauli

zondag 3 juni 2012

Stof knippen


De schaar in de stof zetten is altijd even een spannend momentje, als het hier al misgaat is het helemaal mis natuurlijk.
Daarom een overzichtje van de belangrijkste dingen waar je op wil letten voor je de schaar erin zet.

De zelfkanten
De zelfkanten zijn de randen waar de stof bij het weven werd opgespannen. Soms hebben ze een wit boordje, vaak hebben ze gaatjes, soms zien ze er bijna identiek uit, soms hangt er wat plak aan. Maar altijd wil je die paar centimeter er afknippen.
Let er dus op dat ook je naadwaarden niet in de zelfkant zit.

Katoen
Katoen is gemakkelijk. Je let vooral op de print en verder leg je je patroondelen evenwijdig met de zelfkanten. Leg je ze dwars, dan lubbert de stof makkelijker uit bij het dragen.

(Rib)fluweel
Bij fluweel moet je op de vleug letten. Maar fluweel is ook een uitzondering.
Als je fluweel voor je neemt en je kijkt naar je voeten, dan moet het donker kleuren. Of ook als je erover wrijft, dan komt de zoom aan de kant vanaf waar je de haartjes glad kan strijken.
Zo dus:


Fleece en wollen stoffen
Ook hier moet je op de vleug letten, maar hier werkt het omgekeerd als bij fluweel.
Zo dus:


Tricot
Tricot is een gebreide stof en ze kan net als nylonkousen gaan ladderen. Om dat risico te beperken probeer je de stof boven en onder uit te rafelen.
De zoom komt daar waar je een draadje loskrijgt.

Voor- en achterkant
Bij sommige wollen stoffen kan het moeilijk zijn om het verschil te zien tussen de voor- en achterkant van de stof.
Als de geweven strepen op de stof van de stofvouw naar links weglopen, dan is het de slechte kant van de stof.
Lopen de strepen naar rechts, naar de stofvouw toe, dan heb je de goede kant.

donderdag 31 mei 2012

Een rits inzetten


Een rits inzetten is op zich niet moeilijk, maar je wil het wel percies doen voor een mooi resultaat.
Kies voor je eerste ritsen bij voorkeur een rechte naad.

Meet de lengte van je rits af te en voeg een halve centimeter toe (naadwaarde apart meten), zet een merkje.
Stik de naad met maximale steeklengte tot aan je merkje, hecht niet. Zet je steeklengte normaal, stik de rest van je naad en vergeet deze niet te hechten.
Als je hiermee klaar bent strijk je de naad open. Zodra de naad gestreken is, maak je het grove stiksel weer los.

Open de rits en speld de eerste kant vast zodat de tandjes net verdwijnen onder de stof.
Sluit de rits, leg de stof volledig tegen mekaar en speld nu de tweede kant vast. Spelden in de lengterichting van de rits, anders krijgt je teveel vervorming.

Aangezien je met al die spelden niet kan stikken (bovendien heb je zo veel te veel vervormingen), trek je een driegdraad door je rits.
Nu ziet het er zo uit:

Nu open je de rits opnieuw.
Gebruik je ritsvoetje en stik de eerste kant tot je in de buurt van de slider komt. Stop met de naald in de stof en sluit de rits. Stik verder tot net voorbij het metalen eindplaatje. Stop alweer met de naald in de stof, draai de stof 90°, stik een centimeter met de hand, zodat je het voelt als je toevallig op het plaatje zou terechtkomen (en voorkom zo een naaldbreuk).

Zodra je weer op dezelfde afstand zit (1cm aan elke kant is wel mooi) weer keren (naald in de stof laten!) en doorstikken tot je bijna boven bent. Weer even stoppen, rits openen en de laatste centimeters stikken en hechten.
Et voila een perfecte rits.

Edit: de zsazsa-methode is sneller en je hebt minder kans op verschuivingen, omdat je in 1 stuk door kan stikken. Alleen als je de stof niet mooi kan openleggen, wegens plooien, etc .. zou ik zelf nog voor deze methode kiezen (en in de les natuurlijk ;) )