there is the daily and then there is - the elusive important other.
*
Een ochtend
als alle andere.
Het koele licht
onaandoenlijk, maar zonder
de bitsheid van vroeger.
De dag heeft zijn stekels
afgelegd, nu de nacht
zacht was en donker,
nu een gebaar
de woorden verslagen heeft
en warmte onbelemmerd uit kon stromen in lange
verlossende golven, nu
na jaren van voortvluchtigheid
de vrede zich eindelijk
en blindelings heeft laten vinden.
[A morning like any other. The cool light impassive, but without the old brusqueness. The day has shed its thorns, since the night was gentle and dark, since a gesture defeated the words and warmth could flow unhampered, in long waves of release, since peace – for years a fugitive – allowed itself to be found at last blindfold.]
*
Ruggelings uitgestrekt
met je voeten in het heden
en je hoofd gekoppeld aan
een onachterhaalbaar ver
verleden is het geen wonder
dat je iedere nacht
van spanning dreigt te breken.
Maar dat je elke dag opnieuw
de kracht vindt om overeind
en uit je bed te komen
vervult me met ontzag.
[Stretched out on your back with your feet in the present and your head connected to some irretrievably distant past it is no wonder the tension threatens to break you every night. But that you find the strength every morning afresh to lift yourself up and get out of bed leaves me awe-struck.]
*
Met de jaren
moet er veel worden weggegooid.
De gedachte bijvoorbeeld
dat geluk mild is en duurzaam
iets als een zuidelijk klimaat
in plaats van een blikseminslag
die levenslang gekoesterde
littekens achterlaat.
[Over the years a great deal has to be thrown out. The notion, for instance, that happiness is mild and enduring, something like a southern climate instead of a bolt of lightning that leaves scars cherished a lifetime.]
*
Begoochelende onzekerheid,
broedplaats van sprookjesachtig
misverstand, oogverblindend
onkruid van de twijfel
waaraan de hoop zich vastklampt
tot de dood erop volgt.
broedplaats van sprookjesachtig
misverstand, oogverblindend
onkruid van de twijfel
waaraan de hoop zich vastklampt
tot de dood erop volgt.
[Tantalising uncertainty, breeding ground for fabulous misunderstandings, dazzling weeds of doubt to which hope clings until death.]
*
Langzaam maar zeker
strekt de dag zijn zebrahals
naar een roodkoperen zon.
Wind woelt door het natte
groene haar van stadsplantsoenen,
ontrolt een hardblauwe vlag
boven de daken. Wie dit ziet
heeft de nacht overleefd
of hij wil of niet.
strekt de dag zijn zebrahals
naar een roodkoperen zon.
Wind woelt door het natte
groene haar van stadsplantsoenen,
ontrolt een hardblauwe vlag
boven de daken. Wie dit ziet
heeft de nacht overleefd
of hij wil of niet.
[Slowly but surely day stretches its zebra’s neck towards a copper sun. Wind ruffles the wet green hair of city parks, unrolls a stark blue flag above the roofs. Whoever sees this has survived the night, like it or not.]
*
Slapeloos in het hol
van de nacht.
Alle wegen naar jou
opgerold tot een zwart,
niet te ontwarren kluwen.
Naaldfijne pijn
ronddraaiend in de groef
van een herinnering.
En buiten het zachte
onverstaanbare geprevel van
de voorjaarsregen.
van de nacht.
Alle wegen naar jou
opgerold tot een zwart,
niet te ontwarren kluwen.
Naaldfijne pijn
ronddraaiend in de groef
van een herinnering.
En buiten het zachte
onverstaanbare geprevel van
de voorjaarsregen.
[Sleepless in the cavern
of the night.
All roads to you
rolled up into a black
inextricable tangle.
Needle-sharp pain
spinning round in the groove
of a memory.
And outside the soft
unintelligible murmuring of
the spring rain.]
*
Soms lijken het edelstenen
en soms brokjes schroot.
Het licht valt zoals het wil.
Maar of het ochtend is
of avond, gisteren of overmorgen,
het blijven scherven.
[Sometimes like gems and sometimes like pieces of scrap. The light falls as it chooses. But whether it’s morning or evening, yesterday or the day after tomorrow, it’s still in pieces.]
*
Soms lijken het edelstenen
en soms brokjes schroot.
Het licht valt zoals het wil.
Maar of het ochtend is
of avond, gisteren of overmorgen,
het blijven scherven.
[Sometimes like gems and sometimes like pieces of scrap. The light falls as it chooses. But whether it’s morning or evening, yesterday or the day after tomorrow, it’s still in pieces.]
translated by Judith Wilkinson