Posts tonen met het label Rock and Roll. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Rock and Roll. Alle posts tonen

donderdag 19 september 2013

Op de draaitafel : “Barrence Whitfield & the Savages” (1984)




Gisteren was het weer een druilerige dag, tijd voor een plaatje op de draaitafel.

Ik koos voor “Barrence Whitfield & the Savages” uit 1984 (op het Big Mamou label)

Barrence Whitfield (geboren Barry White, 13 juni 1955) is een Amerikaanse soul en R & B zanger, vooral bekend als de frontman van Barrence Whitfield & de Savages in de jaren 1980 en 1990.

Zijn eerste album op het Mamou label heb ik gekocht in de jaren 80, redelijk kort nadat het was gereleased. Ik had namelijk een vriend die mij dat had aangepraat als de nieuwe Little Richard, en dat was genoeg reclame voor mij.

Inderdaad, vanaf de eerste noten gaat alles in overdrive, en wordt de rock and roll als een wervelwind op de luisteraar losgelaten.

Barrence Whitfield noemde zichzelf : "a soul screamer in the spirit of Little Richard, Wilson Pickett, Solomon Burke, and early Don Covay."

En dat was hij ook. De plaat begint met een wonderlijke versie van Don Covay’s eerste plaatje “Bip Bop Bip”. De toon is gezet.

De plaat duurt niet veel langer dan een half uur, maar ze laat je uitgeteld achter.

Andere favoriete  track is “Georgia Slop”.


Bip Bop Bip



Georgia Slop




dinsdag 17 september 2013

Het prille begin - Carole, Paul en Artie.



Carole King werd geboren in 1942 te Brooklyn, New York. Op de universiteit ontmoette Carole King Paul Simon, met wie zij enige songs schreef. Carole King tekende een contract met Don Kirshner en zij maakte van het schrijven van songs haar beroep.

Paul Simon en Art Garfunkel groeien samen op in Queens, New York. Als ze beiden vijftien zijn, noemen ze zich Tom & Jerry. Bij Big Records maken ze als Jerry Landis en Tom Graph eerst een singletje (Hey Schoolgirl, sterk beïnvloed door de muziek van The Everly Brothers) en later een album, dat kortweg Tom & Jerry heet.




Van de single worden 100 000 exemplaren verkocht en dat brengt hen zelfs in Dick Clarks beroemde tv-programma American Bandstand. Het volgende plaatje wordt niets, de platenmaatschappij gaat failliet en Tom & Jerry zoeken als Paul en Art de schoolbanken weer op. Onafhankelijk van elkaar proberen ze het nog eens.




Een zekere Artie Garr (Garfunkel) maakt platen op twee labels tegelijk.




Tico and the Triumphs

Paul Simon zingt in de studio demobanden in voor artiesten als Burt Bacharach en zingt lead op het redelijk succesvolle plaatje “Motorcycle” van Tico & The Triumphs.

Hij neemt ook een plaatje op als Jerry Landis (‘The Lone Teen Ranger’).

Gedurende korte tijd zingt Paul in een duo met Carole Klein (later Carole King). Ze nemen een paar demos op als “The Cousins”.



 
Hier zijn die prille opnames :

1.    The Cousins – Just to be with you
2.    The Cousins – Ask me why

3.    The Mystics – All through the Night
4.    The Mystics – I begin to think of you again
5.    The Mystics – Let me steal your heart away

6.    Tico and the Triumphs – Motorcycle
7.    Tico and the Triumphs – I don’t believe them
8.    Tico and the Triumphs – Express Train
9.    Tico and the Triumphs – Wildflower
10.  Tico and the Triumphs – Cry little Boy
11.  Tico and the Triumphs – Get up and do the Wobble
12.  Tico and the Triumphs – Carde of Love
13.  Tico and the Triumphs – Noise

14.  Artie Garr – Beat Love
15.  Artie Garr – Dream Alone
16.  Artie Garr – Private World
17.  Artie Garr – Please forgive me

18.  Tom and Jerry  – Hey Schoolgirl
19.  Tom and Jerry – Dancin’ Wild

20.  Jerry Landis – The Lone Teen Ranger











dinsdag 30 april 2013

Hello Mary Lou Goodbye Heart

The Sparks 


Hello Mary Lou Goodbye Heart
(Gene Pitney/Cayet Mangiaracina)

Eerste Opname met die naam : Johnny Duncan (1960) (label: Leader)






Johnny Duncan was een C&W artiest uit Clovis, New Mexico.

Gene Pitney moet de credits al een tijdje delen met Cayet Mangiaracina. Hij is de auteur van Merry, Merry Lou, voor het eerst opgenomen door The Sparks in 1957 (Decca) en gecoverd door Bill Haley ('57) en Sam Cooke ('58) als Mary, Mary Lou.

Mangiaracina was een geestelijke uit Atlanta en werd pastoor in Hammond, LA (plaatselijk bekend als 'The rock & roll priest'). Decca spande een proces aan tegen Hello Mary Lou en won.





Covers zijn : Ricky Nelson (1961) [n°1 NL & B als Hello Mary Lou; in Amerika begonnen als B-kant van Travelin' Man], Jan & Kjeld (1961) [hit in het Duits], Blue Diamonds (1962) , Gene Pitney (1962) [auteur op album The Many Sides Of Gene Pitney, versie die ouder is dan de eerst uitgebrachte van Duncan], Petula Clark (1962) [als Bye bye mon amour], Vince Taylor (1967) , Seekers (1968) , Bobby Lewis (1970) , Creedence Clearwater Revival (1972) , New Riders Of The Purple Sage (1973) , Statler Brothers (1985) , Queen (1986) [Live At Wembley], Seldom Scene (1987) , An & Jan (2006) [als Hallo Marjolein; An is Marjolein Meijers van De Berini's],

Hier zijn :

00 The Sparks - Merry Merry Lou (Hello Mary Lou)
01 Johnny Duncan - Hello Mary Lou Goodbye Heart
02 Gene Pitney (demo 1960 ) - Hello Mary Lou
03 Gene Pitney - Hello Mary Lou
04 Ricky Nelson - Hello Mary Lou
05 New Riders Of The Purple Sage - Hello Mary Lou Goodbye Heart
06 Creedence Clearwater Revival - Hello Mary Lou










woensdag 17 april 2013

Buzz Clifford - Rock and Roll with Buzz (EP Philips 1962)



Buzz Clifford (geboren Reese Francis Clifford III) op 8 October 1941, in Berwyn, Illinois.

Zijn eerste singletje was “Hello Mr. Moonlight”.

De follow-up was eigenlijk een dubbele A kant single : “Baby Sittin’ Boogie” en “Driftwood”.
In de Billboard Charts klom het tot nr. 5.

Het is wereldwijd een van de meest gedraaide novelty hits aller tijden. De geschiedenis van het babygebrabbel was voer voor de journalisten. Een vrouw van middelbare leeftijd zou hier voor verantwoordelijk geweest zijn. Het waren echter de kinderen van de producer, een jongen en een meisje, die het gebrabbel voortbrachten.

Net of het Kerstmis is, hier is mijn EP uit 1962, gevonden op zolder.

Buzz Clifford wordt beschouwd als een zogenaamd One Hit Wonder – iemand die één grote hit op zijn naam heeft staan en verder niets. Buzz had een hit met Baby Sittin’ Boogie, een zogenaamde novelty song, die het vooral moest hebben van de gimmick: een baby die zingt en swingt. Een grappig rock ‘n’ rollnummer, maar niet echt uitzonderlijk. Rond die tijd heeft hij nog wat stevige rock ‘n’ rollnummers op de plaat gezet.

Reese Francis Clifford III, beter bekend als Buzz Clifford, werd op 8 oktober 1942 geboren in Berwyn Illinois. Op zijn negende levensjaar kreeg hij van zijn ouders een gitaar, terwijl hij eigenlijk op een pony had gehoopt. De teleurstelling was hij snel te boven en begon als fanatiek liefhebber van tv-westerns vrijwel meteen cowboyliedjes te schrijven. Toen hij 16 jaar was, werd hij buiten zijn medeweten door zijn vrienden ingeschreven voor een talentenjacht in New Jersey. Ofschoon hij als het ware het podium opgeduwd moest worden, won hij het concours overtuigend. Een platencontract bij Columbia Records was het gevolg.

Zijn eerste plaatje voor Columbia ‘Hello Mr. Moonlight’ bracht geen aardverschuiving teweeg, maar de tweede single ‘Baby Sittin’ Boogie’ – een novelty song uit 1961 – behaalde in de diverse Amerikaanse hitlijsten een hoge notering.In die dagen werd er heftig gespeculeerd over de babygeluidjes op de plaat; een vrouw van middelbare leeftijd zou hier volgens algemene lezing voor verantwoordelijk zijn. Het waren echter de kinderen van de producer, een jongen en een meisje, die het gebrabbel voortbrachten.

Pogingen om Buzz Clifford in het spotlight te houden, o.a. door hem te koppelen aan artiesten zoals Freddy Cannon en Dion DiMucci, faalden omdat er geen gelijkwaardige opvolger voor ‘Baby Sittin’ Boogie’ gevonden kon worden. Zelfs een tournee door Engeland en diverse optredens in populaire tv-shows konden het tij niet keren. Een jaar later trok Buzz zich terug uit het artiestenleven en legde zich volledig toe op het componeren van liedjes die onder meer door Petula Clark, Clyde McPhatter en Lou Rawls werden opgenomen.

Deze Franse EP van begin 1962 laat de andere kant van Buzz Clifford zien : Rock and Roll
.






zondag 14 april 2013

Thomas Wayne - The girl next door (1959)




Thomas Wayne - The girl next door (1959)

(Bill Rice/Thomas Wayne Perkins)

Originele Opname : Thomas Wayne (1959) (Fernwood)

Dit was de B-kant van Because Of You.

Productie: Scotty Moore, die ook meespeelt naast Bill Black, D.J. Fontana en Reggie Young. Thomas Wayne liep school in Humes High in Memphis, net als Elvis. Zie ook: This Time.

Gecoverd door Elvis Presley (1960) [ook met Scotty & D.J. en ook als The Girl Next Door Went A Walkin']

Thomas Wayne



Charlie Blackwell - The Girl of my best friend (1959)






Tijd weer voor wat Originals, deze keer Elvis Originals.

Charlie Blackwell - The Girl of my best friend (1959)
(Beverly Ross/Sam Bobrick)

Originele Opname : Charlie Blackwell (1959)

Gecoverd door Elvis in 1960, en Ral Donner een jaar later (hoewel gecoverd.... het is eigenlijk een gewone kopie van wat Elvis ervan had gemaakt)



Charlie Blackwell



maandag 28 januari 2013

Bill en Doree Post – Weekend (1959)



Bill en Doree Post – Weekend (1959)

Het echtpaar vormde een songwriting team dat een aantal nummers schreef  voor nationaal bekende artiesten zoals Connie Stevens, The Lettermen, Eddie Cochran, Bobbie Vee en Lawrence Welk.

Bill schreef de teksten en Doree schreef de muziek.

Zelf hadden ze een hitje,  “sixteen  reasons  (why I love you)” .

“Weekend” schreven ze voor Eddie Cochran. Deze had er posthuum een hit mee in 1961.


Bill en Doree Post



Eddie Cochran




dinsdag 22 januari 2013

Simon Scott & The Le Roys - Move It Baby/What kind of woman - Parlophone R 5164 (1964)




Simon Scott & The Le Roys - Move It Baby/What kind of woman  - Parlophone R 5164 (1964)

Gevonden tussen mijn singletjes op zolder. Wat een plaat is dit zeg. 

Prachtige single met dubbele A kant wat mij betreft. Alles zit goed, de zang, de begeleiding, de instrumenten, prachtig.





Wie is die Simon Scott ?
Een jonge man met de looks van Cliff Richard of de vroege Elvis.

We weten niet veel over deze man.

Hij kwam naar Engeland in 1962 uit Darjeeling (India). Een paar jaar later maakte hij twee (!) singletjes voor Parlophone, waaronder deze. Hij werd vooral gepromoot door het muziekblad “Fabulous”. Ondanks alles werd het een flop.

“Move it baby” klom tot nummer 37 in de Engelse Charts in de zomer van 1964. Daarna was het gedaan.



Move it baby



What kind of woman





dinsdag 11 december 2012

Chuck Berry - Nadine (EP "Eddy Mitchell présente..." (1964)




Charles Edward Anderson Berry werd geboren te St. Louis, Missouri op 18 oktober 1926.

Chuck Berry is misschien wel de meest invloedrijkste gitarist uit de moderne muziek en wordt ook wel als 'de vader van de rock and roll' bestempeld. Weliswaar was hij het niet die de rock and roll introduceerde, maar zijn gitaarwerk inspireerde vele gitaristen, van the Beach Boys tot Jimi Hendrix, van Stevie Ray Vaughan tot Eddie van Halen. Maar ook Jimmy Page, Keith Richards, Duane Allman, John Lennon, George Harrison en anderen. Elke muzikant kent de impact die Chuck Berry op de populaire muziek heeft gehad en nog heeft.

Of zoals Eric Clapton zei : “Er is geen andere manier om rock 'n roll te spelen.“

Zelf werd Chuck beïnvloed door gitaristen als Muddy Waters, Charlie Christian, Elmore James (king of the slide guitar), Carl Hogan en Chester Arthur Burnett (Howlin' Wolf).

Berry was een zanger-songwriter en vooral gitarist die inhaakte op de nieuwe ontwikkelingen van de muziek in de jaren vijftig. Chuck's muziek stijl was simpel maar erg effectief op de manier als het klonk. Een mengsel van country music en blues gespeeld in uptempo.

Dit is mijn eerste franse EP (geïntroduceerd door Eddy Mitchell in de reeks “les Rois du Rock”) van Chuck Berry. Uit 1964.

Pure magie en nostalgie !


Chuck Berry - Nadine (EP "Eddy Mitchell présente..."  (1964)






dinsdag 4 december 2012

Frank Zappa (1940 - 1993)



19 jaren geleden stierf Frank Zappa.

Frank Vincent Zappa (Baltimore (Maryland), 21 december 1940 – Laurel Canyon (Californië), 4 december 1993) was in de eerste plaats een Amerikaans componist, die ook deel uitmaakte van of de leiding had over verschillende rockgroepen (zoals The Mothers Of Invention); daarnaast was hij een gerespecteerd musicus. Zappa mengde op geheel eigen wijze rockmuziek met psychedelica, jazz, experimentele muziek en eigentijdse klassieke muziek gecombineerd met een grote dosis zelfspot, humor en performance-art.

Zappa begon begin jaren zestig met het maken van muziek. In de beginperiode werkte hij veel samen met Captain Beefheart. Zijn eerste professionele opnamen werden gemaakt voor soundtracks, namelijk de films The World's Greatest Sinner en Run Home Slow. Hij maakte deze opnamen in Studio Z, in Rancho Cucamonga.

Medio jaren zestig werd Zappa lid van The Soul Giants. Hij werd de gitarist van de band. Niet lang daarna werd hij de 'leider', en hernoemde hij de band The Mothers. Ze werden opgemerkt door verschillende platen producers en tekenden bij Verve Records. Ze moesten wel de naam van de band veranderen van The Mothers, naar The Mothers of Invention, omdat mother een afkorting van motherfucker was (in die tijd werden goede muzikanten in het milieu motherfuckers genoemd). In 1966 kwam het eerste album van de band, Freak Out!, uit.




 
Na 1966, het jaar waarin hij met zijn Mothers of Invention Freak Out! uitbracht, de eerste dubbel-lp in de popgeschiedenis, is Frank Vincent Zappa in een paar jaar tijd berucht en beroemd geworden als popmuzikant, film- en theatermaker, componist, gitarist, maatschappijcriticus en cabaretier – niet noodzakelijkerwijs in die volgorde. Wat hij de wereld te vertellen had is in de eerste plaats vastgelegd op meer dan vijftig cd's, een stroom van releases waaraan hij, ook toen hij ziek was, is blijven werken en waarvan het einde ook nu nog niet in zicht is. Naast een aantal nog niet uitgebrachte albums moeten er in het kelder-archief in Los Angeles – Zappa bewaarde alles – nog stapels banden en partituren liggen.

Zappa was naast rockmuzikant ook een eigentijds klassiek componist. Wat zijn vroege werk betreft kwam dit naar voren in Lumpy Gravy (1967). Daarna bewoog hij zich een aantal jaren meer op jazz- resp. rockterrein, maar Orchestral Favorites (1979) en zijn beide platen met het London Symphony Orchestra (Vol. 1 (1983) en Vol. 2 (1987)) waren weer duidelijk modern-klassieke werken. In 1984 verscheen The Perfect Stranger, waarop Pierre Boulez met zijn Ensemble InterContemporain composities van Zappa uitvoerde.

Naast zijn interesse voor onder anderen Karlheinz Stockhausen, Igor Stravinsky en Anton Webern, is Zappa ook bekend om zijn idolatrie van Edgard Varèse, een modern componist. Zappa was een man van precisie, zeer kritisch voor zichzelf. Hij voerde steeds vernieuwingen door. Hij was de tweede in de popgeschiedenis die een dubbel-lp uitbracht (de eerste was Bob Dylan met Blonde on blonde). Hij produceerde, behalve zijn twee eerste platen, alles zelf, en was een van de eerste muzikanten die op een 4-track opnam, die hij dan nog zelf in elkaar geknutseld had. Zijn muziek laat zich bestempelen als avant-garde. De muzikant was vaak politiek en maatschappijkritisch in zijn teksten, die gekenmerkt worden door hun ironie. Zappa ageerde tegen oorlog, het fundamentalistische geloof en kleinburgerlijkheid, maar ook de popcultuur (hippies, discomuziek enzovoort) bleef niet gespaard. Vooral de media moeten het ontgelden in zijn nummers. Televisie, zo meende hij, is een gevaarlijke propagandamachine. Dit is te horen in zijn nummer I'm the slime uit 1973.

Naarmate hij ouder werd legde hij zich steeds meer op het componeren toe. Tot een van zijn klassiek-moderne hoogtepunten kan "The Yellow Shark" (1993) gerekend worden, de laatste cd die hij bij zijn leven maakte, waarop het Duitse Ensemble Modern werk van hem speelt, door hemzelf gedirigeerd. Een jaar later werd Civilization, Phaze III uitgebracht, waarmee hij tot zijn dood in 1993 bezig was.





Ik heb Zappa een aantal keren gezien. Eerst in de toen nog "Beaux-Arts" te Brussel met een wonderlijke uitvoering van "Louie Louie" door Ian Underwood op het grote orgel van de zaal Leboeuf.

Een jaar later (1969) zag ik Frank  jammen met Pink Floyd op het Festival te Amougies (bij Kluisbergen), een memorabele avond.

Uiteindelijk nog eens in 1972 met de Mothers aangevuld met het fantastische Duo, "The Phlorescent Leech & Eddie" of Mark Volman en Howard Kaylan, de twee leadzangers van de Turtles die een wonderlijke "Happy Together" brachten met the Mothers. Ik zat op de eerste rij. Overweldigend.

Tenslotte om de man even te herdenken een kleinigheidje uit Frankrijk (hier alleen uitgebracht), nl de single "Big Leg Emma / Son of Suzy Creemcheese"


Big Leg Emma



Son of Suzy Creemcheese




dinsdag 11 september 2012

Gillian Hills



Een andere vrouwelijke pionier van de Franse Rock is ongetijfeld Gillain Hills.

Eigenlijk een Engelse die aangespoeld was in Frankrijk. Ook vandaag nog heeft ze een trouwe schare van volgelingen, ze is een soort cultfiguur geworden.

Gillian Hills werd geboren in Cairo (Egypte) op 05 juni 1944. Ze begon als actrice en verdeelde haar  filmcarrière tussen Frankrijk en Groot-Brittannië.

Eddie Barclay produceerde haar eerste plaatje toen ze nog een tiener was. Haar meest bekende nummers: “Ma première Cigarette” (1960) (ik denk zelfs bij ons vertaald door Marino Falco, de latere Boma of Marijn Devalck), “Cou Couche Panier” (1960), “Zou Bisou Bisou” (1961) ... 





Gedurende een tijdje was ze het gezicht van “salut les Copains”. Charles Aznavour schreef twee nummers voor haar : “Ne crois surtout pas”  en  “Jean-Lou” (1961).

In totaal nam ze zo’n veertig songs op voor Barclay.

Gillian Hills speelde ook in een tiental films, meestal kleine rollen, met de nadruk haar jeugdige schoonheid en sex appeal..

Roger Vadim, die haar gelijkenis met Brigitte Bardot zag, gaf haar prompt een rol in “Les Liaison Dangereuses” (1959).

 
 Met Jane B. in "Blow UP"


Ze speelde de hoofdrol in “Beat Girl” (1960), en speelde naast Jane Birkin in “Blow Up” van Michelangelo  Antonioi  (1966) en in “A Clockwork Orange” (1971) Stanley Kubrick.

Ik heb drie EP’s van Gillian. Hier zijn ze









zaterdag 25 augustus 2012

Patience and Prudence – A Smile and a Song (1957)



Patience en Prudence McIntyre, professioneel bekend als “Patience and Prudence”, waren twee zussen die als jong duo een paar hits hadden eind jaren vijftig.

Mark McIntyre was orkestleider, pianist en songwriter. Hij begeleidde Frank Sinatra op piano tijdens de 1940s.

In de zomer van 1956 bracht hij zijn dochters, 11-jaar-oude Prudence en 14-jarige Patience, mee naar de Liberty Records studio in Los Angeles, Californië. Ze maakten een demo opname van  “Tonight You Belong to Me”  ooit een hit voor Gene Austin  in 1927.

Liberty gaf hen een platenkontrakt en het duo maakte een plaat met “Tonight You Belong to Me “ met als  B-kant, “A smile and a Ribbon”, een compositie van vader Mark McIntyre.

In september 1956 bereikte de single nummer 4 in de Billboard Charts.

Een andere opname door de meisjes, “Gonna Get Along without you now” , weer een hit.

De meisjes bleven platen opnemen, inclusief een plaat met Mike Clifford, maar de hits bleven uit. In 1978 zongen ze nog eens samen – uitzonderlijk – op de Dick Clark TV Show.

Dit is hun EP uit 1957, “A Smile and a Song”.






Nino Tempo and April Stevens - Deep Purple (1963)



Nino Tempo & April Stevens is de naam van een zangduo uit de Verenigde Staten. Het duo bestaat uit Nino Tempo (echte naam: Antonino Lo Tempio) (Niagara Falls (New York), 6 januari 1935) en zijn jongere zus April Stevens (echte naam: Carol Lo Tempio) (29 april 1936).

In het begin van de jaren 60 hadden zij hun "moment de gloire" met deze "Deep Purple" (1963). Met deze song stonden zij op 16 november 1963 op de eerste plaats van de Billboard top 100 en wonnen hiermee een Grammy Award in de categorie "best rock & roll record of the year".

In 1964 deden zij mee aan het Festival van San Remo en kwamen wel in de finale, maar de uiteindelijke winnares werd toen Gigliola Cinquetti met "Non ho l'età", die daarmee naar het Eurovisiesongfestival ging en ook dat won.

Dit is mijn franse EP uit 1963.








dinsdag 10 juli 2012

Fats Domino - the Originals




Antoine “Fats” Domino werd op 26 februari 1928 geboren in New Orleans (Louisiana) als een van de negen kinderen van het gezin. Toen hij 7 jaar oud was leerde hij piano spelen van zijn twintig jaar oudere zwager, Harrison Verrett, die zelf muzikant was. Naast het spelen op de piano zong hij er ook bij. Omdat hij in het Franse kwartier van New Orleans woonde was de eerste taal die hij leerde spreken Frans.

Toen hij 10 jaar oud was trad hij voor het eerst op voor publiek. Op 14-jarige leeftijd verliet hij de school om te gaan werken als fabrieksarbeider, zodat hij daarnaast kon optreden in locale nachtclubs, zoals de Hideaway. Het was ook in die club dat bandleider Dave Bartholomew en Lew Chudd van Imperial Records hem zagen optreden. Halverwege de jaren veertig ging Fats bij de band van Dave Bartholomew spelen. Samen met Bartholomew zou hij de volgende 20 jaar vele van zijn hits schrijven.

Op 6 augustus 1948 trouwde hij met Rosemary Hall. Tot op heden is hij met haar getrouwd. Ze kregen samen acht kinderen.

Zijn carrière begon in 1949 met “The Fat Man”, een van de eerste rock-’n-rollplaten en de reden voor zijn wereldberoemde bijnaam. Dit nummer en de vele hits die daarna volgden schreef hij samen met Dave Bartholomew, een bandleider en producent van vele rhythm-and-bluesartiesten uit New Orleans. De nummers werden tijdens de vijftiger jaren allen opgenomen in de studio van Cossimo Matassa in New Orleans en uitgebracht op het Imperial Label. The Fat Man werd met meer dan een miljoen verkochte exemplaren een grote hit. Dave Bartholomew is ook de schrijver van de wereldhits “I hear you Knockin’” en “One Night”.



 
Na een aantal kleine hits brak Domino in 1955 definitief door bij het grote publiek met “Ain’t That a Shame”, dat in de Verenigde Staten de top tien haalde. Vervolgens maakte Domino 35 nummers die de Nederlandse Top 40 haalden, waaronder “Whole Lotta Loving”, “Blue Monday” en “Blueberry Hill”. Ook speelde Domino in de films Shake, Rattle & Rock! en The Girl Can’t Help It. Gedurende de zeventiger jaren was Domino nog steeds actief, maar niet zo succesvol als in de vijftiger en zestiger jaren. In 1980 trad hij voor het eerst op bij het North Sea Jazz Festival.

Nadat in 2005 de orkaan Katrina over zijn geboorteplaats was getrokken, werd Fats Domino korte tijd vermist, totdat zijn dochter hem herkende op foto’s van geëvacueerden. Door deze natuurramp mist hij sindsdien wel 12 van zijn 22 gouden platen, maar hij is erg gelukkig met het feit dat hij nog wel de foto nog heeft waar hij samen met Elvis Presley op staat afgebeeld.

Zijn laatste optreden vond plaats op 19 mei 2006 bij Tipitinas, de bekende jazz- en bluesclub in New Orleans. Dit optreden is opgenomen op de recent verschenen documentaire “Walking Back to New Orleans”.



 

Fats heeft heel wat platen gemaakt en vooral heel wat songs gecovered. Ik heb zijn voornaamste op een rijtje gezet

Sammy Kaye Orch – Blueberry Hill
The Original Dixieland Jazz Band – Margie
The California Ramblers - The Sheik Of Araby (1921)
Big Bill Broonzy -   All By Myself (1941)
Bobby Mitchell – I’m gonna be a wheel someday (1957)
Dave Bartholomew – Let The Four Winds Blow (1955)
Don Gibson – Who Cares (1959)
Hank Cochran – Sally Was a Good Old Girl (1962)
Harlan Leonard & His Rockets – I Don’t Want To Set The World On Fire (1940)
Smiley Lewis – I Hear You Knocking  (1955)
Champion Jack Dupree – Junker’s Blues  (Fats ‘ The Fat Man) (1941)
Lew Stone (vocals  Joe Ferrie)  – Red sails in the sunset (1935)
Smiley Lewis – Blue Monday (1954)
Ted Daffans Texans  – I’m A Fool To Care (1940)