Posts tonen met het label The Sixties. Alle posts tonen
Posts tonen met het label The Sixties. Alle posts tonen

dinsdag 3 september 2013

Op de draaitafel vandaag : Roger Nichols & the Small Circle of Friends (1968)



Als songwriter schreef Roger Nichols met grootheden als Paul Williams en Tony Asher (lyrics voor o.m. Brian Wilson’s Pet Sounds).

Dit album – dat ik lang geleden voor een habbekrats kocht in Gent - is vele dingen tegelijk. Soft pop, een beetje oppervlakkige rock, en een zware dosis easy listening.

De drie stemmen samen zorgen voor een heerlijke, zachte glans, even effectief op de ballads (Bacharach's "Don’t go Breakin 'My Heart") als op de uptempo nummers ('Don’t Take Your Time ").

Dit album bevat ook een wonderlijk mooie versie van Carole King’s 'Snow Queen', een sierlijke wals, ondersteund door de prachtige zang van de groep.

De credits op het album zijn een virtuele who's who van wat California-pop was op dat moment (1968) : Lenny Waronker, Van Dyke Parks, Bruce Botnick, en Randy Newman.

Toen de plaat uitkwam was ze een flop. De muziek echter blijft overeind als een huis, een authentiek stukje van Californië Sunshine Pop.


Heerlijk.

Favoriete tracks

Snow Queen



I'll be back




zaterdag 13 juli 2013

The Strangeloves




The Strangeloves waren een fictieve band opgericht in 1964 door een in New York gevestigde Amerikaanse songwriting productie team. Ze kwamen zogezegd uit Australië.

Ze bestonden uit Bob Feldman, Jerry Goldstein, en Richard Gottehrer.

De Strangeloves meest succesvolle singles waren "I Want Candy ',' Cara-Lin" en "Night Time".

Vóór de Strangeloves op de proppen kwamen had het songwriters team erachter reeds hits gescoord voor Dion, Pat Boone, Freddy Cannon, Bobby Vee en de Jive Five, en vooral "My Boyfriend's Back" van de The Angels.

Toen de zgn. British Invasion begon werd de US overspoeld  met Engelse groepen die amerikaanse R&B speelden. Bob Feldman, Jerry Goldstein, en Richard Gottehrer moesten dus iets nieuws vinden. Zij maakten de Strangeloves.

Volgens de persberichten waren The Strangeloves drie broers (Giles, Miles, en Niles Strange)  opgegroeid in een Australische schapenboerderij. Ze zouden rijk geworden zijn met het fokken van een nieuw soort schaap (langharig) en zo financiëel een band hebben kunnen oprichten (!).

Hun eerste single was “Love, Love” en werd uitgebracht onder de groepsnaam “Strange Loves” Hij geraakte tot nr. 122 op de Amerikaanse Billboard Hot 100.

Toen hun tweede single, “I Want Candy”,  een hit werd midden 1965 stelde er zich een problem voor The Strangeloves : er moest een band gevonden worden om live op te treden. Ze vonden een groep van sessiemuzikanten die eigenlijk had geholpen om nummers van de Strangloves op te nemen. 



 
Terwijl de groep toerde in Ohio in 1965 als The Strangeloves, kwamen  Feldman, Goldstein, en Gottehrer ontmoetten ze een lokale band die bekend stond als Ricky Z en de Raiders onder leiding van Rick Derringer (bekend als Rick Zehringer op dat moment). Hun rauwe talent werd onmiddellijk opgemerkt en de producers brachten onmiddellijk Derringer en zijn band naar New York. Hier werd  Derringer's stem over een bestaand muzieknummer van The Strangeloves 'album, “I Want Candy”, opgenomen en gereleased als "Hang on Sloopy" onder de naam The McCoys.

De Strangeloves ' enige LP, “I Want Candy”, werd uitgebracht in 1965 op Bert Berns' Bang Records.


 



1964 The Strange Loves – Love, Love
1965 The Strangeloves – I want Candy
1965 The Strangeloves – Cara Lin
1965 The Beach Nuts  - Out in the Sun (The Strangeloves met The Angels.)
1965 The Strangeloves – Night Time
1966 Rome & Paris – Because of you (Rome and Paris waren Bob Feldman en Jerry Goldstein).
1966 The Strangeloves – No Jive (Hand Jive)

Ik voeg er de opname van “Hang on Sloopy” door the Strangeloves bij. Het is over deze tape dat Rick Derringer’s stem werd gemixt.

Voor wie (nog meer) geïnteresseerd is : de franse EP van the Strangeloves vindt u hier op mijn franse blog. (een kleine tussendoorse reklame)



donderdag 4 juli 2013

The Four Tops - I can't help myself (1965)



De Four Tops kennen elkaar al sinds de middelbare school. Daar was het ook dat ze met elkaar begonnen te zingen. Ze begonnen onder de naam The Four Aims. In 1956 kregen ze een contract aangeboden bij Chess Records. Om verwarring te voorkomen met The Ames Brothers kozen ze ervoor hun groepsnaam te wijzigen in Four Tops. Onder contract bij Chess slaagde de groep er niet in door te breken. Een ontmoeting in 1963 met Berry Gordy zou daar verandering in brengen. Hij bood hen een contract aan bij Motown.

In het begin van hun carrière bij de Detroitse platenmaatschappij namen ze voornamelijk jazznummers op voor een workshop van het bedrijf. Ook fungeerden ze als achtergrondkoor bij sommige andere artiesten bij Motown, zoals The Supremes. Toen in 1964 het beroemde songwriterstrio Holland-Dozier-Holland een instrumentaal nummer had geschreven maar niet wist wat ze er mee moesten doen besloten ze er een tekst bij te verzinnen en er een nummer voor de Four Tops van te maken. Dit nummer werd het beroemde "Baby I Need Your Loving". Het nummer haalde #11 op de Amerikaanse top 100. Hiermee brak een succesvolle periode voor "The Tops" aan.






Na het grote succes van "Baby I Need Your Loving" werd besloten dat de Four Tops geen jazz meer hoefden te doen. Ze behoorden nu tot de meest vooraanstaande artiesten van Motown. Voortaan werden er singles voor hen geschreven. Hun volgende twee singles waren "Without The One You Love (Live's Not Worth While)" #43 en "Ask The Lonely" #24. Niet in staat het succes van de eerste hit te continueren leek de groep er niet in te slagen de voorkeurspositie binnen Motown waar te maken, maar de volgende single "I Can't Help Myself (Sugar Pie, Honey Bunch) leverde hun eerste #1 hit op. Daarna kwamen andere grote hits als "It's The Same Old Song" en "Something About You".

In 1966 schreven Brian Holland, Lamont Dozier en Eddie Holland de tweede #1 hit voor de Four Tops, "Reach Out, I'll Be There", hun grootste, en meest herkenbare hit. Samen met nummers als "My Girl" van The Temptations, "Baby Love" van The Supremes en "I Heard It Through The Grapevine" van Gladys Knight & The Pips en Marvin Gaye is dit nummer nog steeds een van de meest populaire Motownnummers. Ook na dit nummer bleven de Four Tops hits maken, zoals "Standing In The Shadows Of Love", "Bernadette" en "7 Rooms Of Gloom". Op bijna al deze nummers vormden de vrouwenstemmen van The Andantes het anonieme achtergrondkoor. Hun zang bepaalde eigenlijk net zo zeer de sound als die van de Four Tops zelf. De instrumentale begeleiding was in handen van The Funk Brothers, zoals bij vrijwel alle Motown-opnamen. Ook zij bleven anoniem.

Toen Holland-Dozier-Holland eind 1967 Motown verlieten, moest er voor de Four Tops ander materiaal worden gezocht. Ze gingen zelfs covers zingen van popmuziek, zoals "Walk Away Renee" van The Left Banke en de Tim Hardin-song "If I Were A Carpenter". Toen Motown in 1972 aankondigde te vertrekken naar Los Angeles verlieten ze het label. Ze kregen een contract bij ABC-Dunhill. Daar ging het weer beter met de Four Tops en kregen ze top 10 hits met "Keeper Of The Castle" en "Ain't No Woman Like The One I've Got". Na een tijdje droogden ook bij ABC-Dunhill de hits op en ging de carrière van de groep als een nachtkaars uit.

Deze EP is uit 1965, op het engelse Stateside label, met een - aan dit label eigen - o zo prachtige hoes.







zaterdag 29 juni 2013

The Dave Clark Five – Do You Love Me ? (1964)




The Dave Clark Five (soms afgekort tot The DC5) was een Engelse popgroep, opgericht in Noord-Londen. The Dave Clark Five was na The Beatles de tweede groep van de British Invasion die mocht optreden in The Ed Sullivan Show.

De groep bracht tussen 1964 en 1967 een reeks succesvolle singles uit, waaronder Glad All Over (1964), Bits and Pieces (1964), Can’t You See That She’s Mine (1964), Because (1964), Anyway You Want It (1964), I Like It Like That (1965), Catch Us If You Can (1965), Over and Over (1965) en You Got What It Takes (1967). De band was zowel in Groot-Brittannië als de Verenigde Staten populair.

Popjournalisten schreven over de ‘Tottenham Sound’ als tegenhanger van de Merseybeat uit Liverpool. Vanaf het begin was de groep een privé-onderneming van Dave Clark. De andere leden van de groep waren bij hem in loondienst. Tot in 1964 hadden alle leden van de groep overigens nog een baan naast hun activiteiten voor The Dave Clark Five. Pas in dat jaar werden ze full-time muzikant.

Dit is mijn EP uit 1964







donderdag 27 juni 2013

The Pebbles - EP-President / PRC 512 (Frankrijk)



Ze begonnen als "The Flintstones", maar wijzigden algauw hun naam naam  in The Pebbles en  tekenden een contract met Barclay Records. Hun sound kan het best worden omschreven als een hybride vorm van The Hollies, The Moody Blues en The Beatles.

Ze scoorden de ene hit na de andere (twee nr 1 hits in België, Frankrijk en Spanje), maar Barclay was niet geïnteresseerd in de Angelsaksische markt. Daarom werden hun platen niet uitgebracht in de VS en de UK.  Maar "Seven Horses in the Sky”  was wel de alarmschijf op Radio Caroline..



 
Dankzij hun live-reputatie deelden The Pebbles de affiche met o.m. Jimi Hendrix, Small Faces, The Nice, Fleetwood Mac, het Colosseum.

George Harrison was zo gecharmeerd door de band dat hij de groep uitnodigde naar Apple maar Alain Milhaud ("Black Is Black / I want a name” - Los Bravos) wilde hen niet laten gaan.

In 1969 namen ze hun eerste album op.  Luk Smets verliet de band kort daarna.




Uiteindelijk beëindigden ze hun contractuele verplichtingen met Barclay en trokken ze naar United Artists. The Pebbles maakten hier  een prachtig tweede album met Ed Welsh. Succes in de UK kwam er echter niet.

Tenslotte gaat de band uit elkaar in 1974. Hun grootste hits waren "Get Around", "Seven Horses In The Sky", "Incredible George", "To The Rising Sun", "Mother Army”, "The Kid is Allright" en "Mackintosh".

 Luk Smets vormden de uitstekende band “ Shampoo” , terwijl Bob en Fred samen werkten met “ Dream Express”  en later “Trinity”.

De Pebbles brachten in heel hun carrière 1 EP (1968) uit.

The Pebbles - EP-President / PRC 512 (Frankrijk)

1. Huma la la la
2. Someone to love
3. Geneveve
4. I wonder






maandag 13 mei 2013

Op de draaitafel : The Web / Fully Interlocking (1968)



The Web was een Britse jazz / blues band, die qua stijl zo ergens tussen de Amerikaanse WestCoastsound en de Britse prog beweging in zat.

Afkomstig uit de Britse psychedelische scene, wordt hun stijl vaak omschreven als sfeervol, humeurig, melancholie, en donker.

Fully Interlocking is het debuutalbum van de groep. Het is tot stand gekomen nadat Web een concert heeft gegeven met Zoot Money, die zelf een album aan het opnemen was. Het album wordt op de achterkant van de hoes aangeprezen door onder anderen Mickie Most en Mike d'Abo (Manfred Mann), maar ook door Dave Dee.

Jazz getinte songs en bluesy melodieën. Dat is wat The Web brengt op deze LP uit 1968. De groep had op hetzelfde ogenblik bij ons (en ook in de UK) een soort middle-of-the-road hit met “Baby Won’t you leave me alone”.

Dit album echter, geproduced door Mike Vernon, wordt over het algemeen als hun beste beschouwd.

Ik vond het in Gent in een uitverkoop, kort nadat het verschenen was, in 1968.

Mijn absoluut favoriete track van de groep is "Harold Dubbleyew."


Harold Dubbleyew





woensdag 24 april 2013

The Motions - I've Waited So Long (EP - VOGUE - INT 18017) 1965 (Frankrijk)




The Motions, Haagse Nederbiet band, in 1964 opgericht door Henk Smitskamp (basgitaar), Robbie van Leeuwen (gitaar), Rudy Bennett (zang) en Sieb Warner (drums).

The Motions komen eind 1964 voort uit Ritchie & the Ricochets, waarin Bennett en van Leeuwen speelden. Deze groep speelde op 8 augustus 1964 in het voorprogramma van de Stones in het Kurhaus. De eerste single van The Motions is in december 1964 It's Gone (geschreven door Van Leeuwen). De single wordt zonder dat de verkoopcijfers daar aanleiding toe geven door Joost den Draaijer en consorten begin 1965 één week in de Veronica Top 40 op nummer 39 geplaatst. Daarmee zijn The Motions de eerste Nederlandse beatgroep die in de hitparade belandt. 

De eerste lp Introduction to The Motions wordt tot op de dag van vandaag beschouwd als een klassieker in de Nederbiet. Met het nummer Wasted Words (geïnspireerd door de rage rond de protestsong) heeft de band de eerste grote hit in 1965. Het blad Muziek Expres reikt aan Van Leeuwen een zilveren award uit voor de verkoop van 25.000 verkochte exemplaren. Daarna volgen de hits elkaar in 1966 in hoog tempo op: Why don't you take it, Every step I take en It's the same old song. Ook komt er een tweede lp uit Their own way.

Het nummer How Can We Hang On To A Dream is begin 1967 een grote solo-hit voor Bennett. In mei scoort Rudy met Amy nog een hit. In september 1967 verschijnt een Motions LP in de Songbook serie van het blad Teenbeat (waarin ook albums van The Outsiders en Tee Set worden uitgebracht). 

Van Leeuwen verlaat de band op 1 maart 1967 om een eigen band op te richten: Shocking Blue. Zijn plaats wordt ingenomen door Gerard Romeijn (Tee Set). Het lijkt dat met het vertrek van Van Leeuwen de band de belangrijkste componist en vormgever kwijt is. Maar Sieb Warner en nieuwkomer Romeijn schrijven en componeren ook ijzersterk repertoire! Op de lp Impressions of Wonderful (uitgebracht in oktober 1967) pikt de band een graantje van de flowerpower mee en dit album wordt 'de Nederlandse Sgt. Pepper's' genoemd.

Daarna zal het bergafwaarts gaan met de groep.
In juni 1970 komt de lp Sensation uit, die echter alleen bij de supermarkten van Simon de Wit te koop is, een paar maanden later maakt de groep nog een single voor Negram en houdt het dan voor gezien. De bandleden gaan hun eigen weg, maar zullen elkaar in diverse andere bands weer tegenkomen. Rudy Bennett probeert een solocarrière op te zetten en heeft enkele hits.

Dit is mijn (franse) EP uit 1965.






woensdag 17 april 2013

Les Byrds - CBS EP 5668 - Set You Free This Time (1966)



"Les" Byrds - CBS EP 5668 - Set You Free This Time (1966)

Het resultaat van een namiddag op zolder .... snuisteren in mijn EP verzameling.

Deze Franse EP uit 1967 heeft geen enkele hit. Wel een cover van Dylan's "The Times they are a-changing".

En het prachtige "It won't be wrong" natuurlijk.

Veel plezier ermee.







vrijdag 12 april 2013

Focus & Ramses Shaffy – The shrine of god / Watch the ugly people (Philips JF 336061) – 1969



Focus & Ramses Shaffy – The shrine of god / Watch the ugly people (Philips JF 336061) – 1969
Beloofd aan de groep van Music for Ever.

Nadat de tiener Thijs van Leer op 5 december 1967 auditie deed voor een half zwart geschminkte Ramses Shaffy – de zanger had een Zwarte Pietenklus die avond – wordt hij aangenomen in de entourage rond de Amsterdamse zanger. Van Leer tourt een jaar lang met Shaffy in zijn programma Shaffy Cantate.

Ramses is bijzonder gecharmeerd van Thijs – hij zou zelfs verliefd zijn op de toetsenist – en schreef zelfs een nummer over hem: “Jij bent nu daarbinnen”.Van Leer heeft het allemaal nog niet in de gaten en introduceert Shaffy bij zijn ouders. De moeder van Thijs is overtuigd soefi en laat een diepe indruk achter op Ramses. De twee raken bevriend en onder haar invloed schrijft Shaffy de tekst van het nummer The Shrine Of God.

Focus begon als trio, opgericht door de klassiek geschoolde organist/fluitist Thijs van Leer in 1969. Dit Trio Thijs van Leer, met bassist Martijn Dresden en drummer Hans Cleuver, begeleidde Ramses Shaffy en Liesbeth List, en de Nederlandse uitvoeringen van de Amerikaanse musical Hair.

Tijdens een opname als begeleidingsgroep voor de kerstsingle ‘Vier ballen en een piek’ van Neerlands Hoop (Freek de Jonge en Bram Vermeulen) ontmoette het trio de Amsterdamse gitarist Jan Akkerman die toen uit de groep Brainbox kwam. Hij voegde zich eind 1970 bij de groep en nam met hen het album In and out of focus op.

Het is ook in die eerste prille bezetting dat ze een wederdienst bewezen aan Ramses Shaffy en hem begeleidden op deze engelstalige single.

Hier is die bewuste single uit 1969.

The shrine of God



Watch the ugly people




Op de draaitafel : The Uniques - Uniquely Yours (1966)



The Uniques (1966) - Uniquely Yours (!)

Lang geleden gevonden in een bak met weg te gooien platen (!).

The Uniques  was een Amerikaanse rock band uit Louisiana met Joe Stampley aan het roer. Ze waren actief van ongeveer 1965 tot 1970.

Ze namen het grootste deel van hun materiaal op in de Robin Hood Studios, gevestigd in Tyler, Texas.

Ze brachten hun materiaal uit Paula Records van Shreveport, Louisiana. In totaal maakten ze vijf albums.

Hun twee grootste hits waren  “Not Too Long Ago” en “‘All These Things”.

Het nummer ‘All These Things ” werd geschreven door een nieuwslezer in Louisville, Kentucky, genaamd Tom Maxedon. Het is een liefdeslied voor zijn vrouw Carrie.

Toen die krap bij kas zat verkocht hij de song voor 200 $ aan een onbekende producent. Die gaf het aan The Uniques die het opnamen. Het werd een hit in 1966.

Mijn favoriete tracks :

All these things



Not too long ago




dinsdag 9 oktober 2012

France Gall wordt 65.



France Gall wordt vandaag 65 jaar. Het is lange tijd stil gewest rond France sinds de dood van Michel Berger, haar man.

Ze werd geboren als Isabelle Gall op 9 oktober 1947.

Ze werd geboren in een muzikale familie. Haar moeder was zangeres en haar vader, Robert Gall, stond bekend als liedjesschrijver voor onder meer Charles Aznavour en Édith Piaf.

Toen ze vijftien was nam ze in 1963 onder de naam Gall haar eerste single op: "Ne sois pas si bête", die meteen een hit werd in Frankrijk. Een tweede single in 1964, "Sacré Charlemagne", geschreven door haar vader, was opnieuw een hit.


 


In 1965 werd de blonde tienerster door Luxemburg uitgezonden naar het Eurovisiesongfestival in Napels, met het nummer “Poupée de cire, poupée de son” (een nummer van Serge Gainsbourg). Gall won en werd meteen internationaal bekend.



 
In de volgende jaren had nog een aantal successen met o.m. “Les sucettes” (weer van Serge Gainsbourg, “Annie aime les sucettes à l’anis”),  waarvan de ironisch-erotische betekenis haar toen volledig ontging, en “Bébé requin”. Ook “Les petits ballons” was zo’n double –entendre song van Serge (waarvan hijzelf zei dat de oorspronkelijke tekst “Les petits Têtons” was)

Ze had in die tijd een relatie met Claude François. Hij schreef “Comme d’Habitude” over hun stukgelopen relatie.


 


Een belangrijk keerpunt in haar persoonlijk leven en in haar carrière was de ontmoeting met de zanger en componist Michel Berger in 1974. Ze begonnen een relatie die in juni 1976 uitmondde in een huwelijk. Ze kregen een dochter Pauline (14 november 1978) en een zoon Raphaël (2 april 1981). Berger begon voor Gall nieuwe nummers van goede kwaliteit te schrijven. Hits werden onder meer "La Déclaration" (1974), "Samba Mambo" (1975) en "Il jouait du piano debout" over Jerry Lee Lewis (geïnspireerd door Elton John).

In 1978 schreef Berger samen met de Canadese songwriter Luc Plamondon de succesvolle rockopera Starmania, waarin Gall een van de hoofdrollen kreeg naast onder meer Daniel Balavoine. Onder invloed van Berger ontwikkelde Gall zich tot een volwassen, technisch onderlegde zangeres. Ze ging ook liveoptreden, wat ze nog niet eerder had gedaan.

Kort na het uitkomen van deze laatste plaat stierf Berger aan een hartaanval op 2 augustus 1992. Enkele maanden na deze schok besloot Gall opnieuw te gaan optreden met de nummers die hij voor haar had geschreven en in 1995 bracht ze een nieuw album uit, France (opgenomen in Los Angeles).

In april ’93 werd bij France een kankergezwel uit haar borst verwijderd. In de zomer van 1997 stierf haar dochter Pauline, en na deze nieuwe slag trok Gall zich terug uit de show business en kwam nog slechts sporadisch voor het voetlicht. Ze bracht de meeste tijd door in haar huis in Senegal.

Nu is er weer sprake van een aarzelende come back....


 


Hier zijn :

France Gall - Bébé requin
France Gall - Christiansen
France Gall - Ella, Elle L'a
France Gall - Evidemment
France Gall - Laisse tomber les filles
France Gall - Les Petits Ballons
France Gall - Les sucettes
France Gall - Poupée de cire, poupée de son
France Gall - Si, Maman, si
Serge Gainsbourg - Les sucettes (met France Gall)  (TV)











woensdag 3 oktober 2012

Cliff Bennett And The Rebel Rousers (Parlophone GEP8923) - 1965




De geschiedenis van de popmuziek staat bol van de onrechtvaardigheden, van gemiste kansen en vooral van “would have beens”.
Een van hen is Cliff Bennett. Hij had slechts twee hitjes “One Way love”, een cover van de Coasters en de song die Paul McCartney schreef voor hem,  “Got to get you into my life”.  De versie van the Beatles staat op Revolver.

Ondanks deze eerder bescheiden geschiedenis hebben we toch te maken met een kanjer.

Cliff’s muziek moet worden gezien als een integraal onderdeel van de Britse jaren zestig muziek scene, al  was het maar eventueel door zijn bijzonder energieke optredens.

In 1957 reeds richtte Bennett de eerste versie van de Rebel rousers op. Zij trokken de aandacht van Joe Meek en namen verschillende singles op voor hem die Meek doorverkocht aan Parlophone.

Uiteindelijk kregen ze te maken met Brian Epstein die hun manager werd.

In 1964 kwam “One way Love” uit  (geschreven door Bert Berns en Jerry Ragovoy onder hun pseudoniemen Bert Russell en Norman Meade). De B Kant was “Slow Down”.

Begin 1966 waren ze de openingsact van de Beatles op hun laatste tour en Paul schreef “Got to get you into my life “ voor hen. Paul was zelfs producer van de opname.


Na de Rebelrousers ging Brian Bennet spelen in Toe Fat. Een aantal leden van de Rebel Rousers gingen naar Uriah Heep.

Deze prachtige EP is uit 1965.





The Klan – Fify the Fly (Palette PAL 22.029 M) 1967



De Klan was een Brusselse band gevormd in 1964.

De groep heette eerst “Les Ombres” , en bestond uit Jimmy Morgan (zang) , Kris Raymond (gitaar) en John Christopher-Luhr (bas).

Onder de naam Les Ombres maakte de groep een handvol singles zonder veel succes. In  1965 vindt  het platenlabel Palette dat het misschien geen slecht idee zou zijn om een wat hippere naam te kiezen voor de groep en stelt voor de naam te veranderen in “The Klan”.

Ze knippen hun haar, steken zich in modieuze pakjes, er komen wat wisselingen in de bezetting en …. de rest is geschiedenis.

Tegen 1967 heeft de groep reeds een aantal singles en een paar EP’s op zijn actief.

John Luhr zingt en wordt eigenlijk begeleid door sessiemuzikanten, belast zijn met blazers, strijkers enz. Het wordt een bijna barokke bedoening. De groep klinkt “very British” en mag gerust naast de groepen van die tijd staan.

De leden zijn dan : Luc Hensill (gtr, vcls) , Dany Longlegs (gtr) , Christopher John Lühr (bs, vcls)  en Jack Hitchin (drms)






De groep speelde in Brussel met Michel Polnareff, the Golden Earrings, en op 10 april 1967 staan ze in de Parijse Olympia (Musicorama voor Salut les Copains) met The Move, Geno Washington en ….The Rolling Stones.

De band zal een LP opnemen en maar daarna verdwijnen als zodanig. Hier kom ik later nog eens op terug.

Dit is mijn EP uit 1967.






woensdag 19 september 2012

Cream - The Originals




De Engelse band Cream werd in 1966 gevormd op initiatief van drummer Ginger Baker. De band zou de standaard zetten voor rockbands die bestonden uit een drummer, een bassist en een gitarist, zogenaamde powertrio’s.

Cream was de eerste “supergroep”

Baker kende bassist Jack Bruce uit bands als de Graham Bond Organisation en de band van Alexis Korner. Bruce had enige tijd met Eric Clapton gespeeld in John Mayall’s Bluesbreakers. De beslissing om met elkaar een band te beginnen werd genomen na een jamsessie bij Baker thuis. Naar eigen zeggen vond ieder bandlid de andere twee leden de beste muzikanten die hij kende, bovendien waren ze niet tevreden over de bands waarin ze tot dan speelden.

Voor Eric Clapton gold dat hij graag een goeie bluesgitarist, als Buddy Guy, in een bluesband wilde zijn en daarvoor een goede ritmesectie zocht. Deze ambitie moest hij weldra bijstellen, omdat Jack Bruce en Ginger Baker sterke persoonlijkheden bleken te zijn en muzikaal zeer veel in de melk te brokkelen hadden.


 


Het drietal koos de naam ‘Cream’ omdat ze, als ze dan toch een supergroep gingen oprichten, niet bescheiden hoefden te doen over hun pretenties: ze vonden zichzelf het neusje van de zalm, oftewel the “Cream of the crop”.

Eric bleef de belangrijkste muzikant, ook al zou de band zonder de composities van Jack Bruce wellicht niet die superstatus hebben veroverd. Het geluid van de band ontwikkelde zich snel. De gitaar van Clapton had al de scherpte die hij had ontwikkeld bij John Mayall’s Bluesbreakers, maar zou zich verder ontwikkelen mede door de technologie. Er kwamen steeds zwaardere gitaarversterkers. Daarbij komt dat het podiumgeluid wel hard moest zijn, zeker als opgetreden moest worden in grotere ruimtes. Er bestonden nog geen P.A.-systemen, die het zaalgeluid voor hun rekening konden nemen.

Ook de persoonlijkheden van de drie muzikanten zelf zorgden ervoor dat er steeds luider werd gespeeld. In een trio is het aandeel van elk van de drie muzikanten even belangrijk. Jack Bruce experimenteerde met het geluid van en type basgitaar. Toch bleef er controle over het geluid.

De band besloot in 1968 uit elkaar te gaan. Clapton had daar op aangedrongen nadat hij een recensie had gelezen in het muziekblad Rolling Stone. De band werd daarin sterk bekritiseerd. Clapton trok zich de kritiek erg aan en zou later zeggen dat hij vond dat de band stil had gestaan in zijn ontwikkeling.

Na een afscheidstournee door de VS traden ze nog eenmaal op in eigen land. Het afscheidsconcert in de Royal Albert Hall heeft een legendarische reputatie.

Toen de band uit elkaar ging was Clapton 23 jaar oud, Bruce 25 en Baker 29. Eric Clapton en Ginger Baker vormden na Cream samen met Steve Winwood en Rick Grech de band Blind Faith.

 


Cream heeft nogal wat oude bluesnummers gecoverd.

Hier zijn ze :

1.  Blind Joe Reynolds – Outside Woman Blues (Uit Disraeli Gears)
2.  Cannons JugStompers- Minglewood Blues (uit Fresh Cream, de voorloper van “Rollin’ and Tumblin”)
3.  Hambone Willie Newbern – Roll And Tumble Blues (uit Fresh Cream)
4.  Doctor Ross – Mississippi Blues (Uit Fresh Cream – de voorloper van Cat Squirrel)
5.  Doctor Ross and the Orbits – Cat squirrel -  (Uit Fresh Cream)
6.  Charley Patton – Tom Rushen Blues (uit Fresh Cream, bij Cream heet dat “Four until late”)
7.  Skip James – I’m So Glad (uit Fresh Cream)
8.  Howlin’ Wolf – Spoonful (uit Fresh Cream)
9.  Robert Johnson – Cross Road Blues (Take 1) (Uit Wheels of Fire)
10. The Graham Bond Organisation – Train Time (Uit Wheels of Fire, geschreven door Jack Bruce toen hij bassist was bij the Graham Bond Organisation)
11. Albert King -  Born Under a Bad Sign (Uit Wheels of Fire)
12. The Mississippi Sheiks – Sitting On Top Of The World (Uit Wheels of Fire)








dinsdag 18 september 2012

THE TRUTH - I Go To Sleep / Baby You've Got It (1966)




THE TRUTH - I Go To Sleep/Baby You've Got It (1966)

Dit was de vierde single van Frank Ailello en Steven Jameson of " The Truth".

Op de A Kant staat "I Go To Sleep" van Ray Davies.
De B Kant is een typisch MOD nummer.

The Truth is vooral gekend als "one hit wonder" met hun versie van de Beatlessong "Girl". Dit was hun derde single, met op de B Kant "Jailer bring me water" (van Bobby Darin).

Hier zijn die twee singles.








donderdag 13 september 2012

The Animals – The House of the Rising Sun (COLUMBIA EP ESRF 1571) 1964




The Animals was de naam van een Engelse groep, die deel uitmaakte van de Britse beat-explosie van begin jaren zestig.

De blikvanger van The Animals was zanger Eric Burdon, een klein mannetje met een gigantische stem, maar het muzikale genie achter de groep was onmiskenbaar Alan Price. Price vormde in 1961 in Newcastle, samen met bassist Chas Chandler, drummer John Steel en gitarist Hilton Valentine The Alan Price Rhythm and Blues Combo. De leden kenden elkaar van school of uit het kleine jazz- en bluescircuit van Newcastle. Toen een jaar later Eric Burdon er als zanger bijkwam, veranderde men de naam in The Animals. De uitzonderlijke stem van Burdon plaatste hem al snel op de voorgrond.

The Animals beschouwden zichzelf als rhythm and bluesgroep. Hun eerste single, Baby let me take you home, was echter een middle-of-the road popnummer, dat de band nooit live heeft willen spelen. Het nummer kwam op 16 april 1964 uit, maar geraakte in Engeland niet verder dan de 21ste plaats. Twee maanden later volgde hun bewerking van de traditional House of the rising sun en daarmee stootten ze direct door naar de eerste plaats, ook in de Verenigde Staten, waar het nummer echter, zonder medeweten van de band, in een sterk ingekorte versie werd uitgebracht. Het nummer viel op door het karakteristieke gitaarintro en door het feit dat het zes minuten duurde, hoewel daar in de VS ruim de helft af ging.

Toen was het hek van de dam.

Dit is hun eerste (Franse) EP uit 1964.







woensdag 12 september 2012

The Knickerbockers - Lies (1966)




In de eindeloze reeks “Vergeten Helden” vandaag  ...  The Knickerbockers.

The Knickerbockers waren waarschijnlijk de groep die het dichtst de Beatles Sound benaderden in de US.

De band werd opgericht in 1962 in Bergenfield, New Jersey door de broers Beau Charles (gitaar & zang) en John Charles (bas & zang) (geboorte namen: Robert en John Carlos Cecchino respectievelijk) met wisselende personeel tot 1964, wanneer Buddy Randell (zang & sax) (geboorte naam: William Crandall) de groep vervoegde.

Buddy was eerder lid van het Rockin 'Saints en de Royal Teens. Deze laatste groep had een hit met “"Short Shorts" in 1958.

Zij noemden zich naar Knickerbocker Road, een straat die door hun woonplaats liep.

De klassieke line-up bestond uit Randell, de Charles broers en drummer Jimmy Walker.

Ze werden gespot door producer en singer-songwriter Jerry Fuller terwijl ze optraden aan de Universiteit Twist Palace in Albany, New York. Hij bracht de groep naar Los Angeles waar ze tekenden bij Challenge Records.



 

Het succes kwam met “Lies” in 1966. Enigszins ironisch kennen we het lied vandaag alleen nog als een soort Beatles – imitatie. Dit komt door de stem van Buddy Randell die erg veel op die van de jonge John Lennon lijkt.Naast die stem krijg je er nog de background vocals die erg veel aan Paul McCartney doen denken.

De follow-up van de smashhit  "Lies" was "One Track Mind", en het werd een nieuwe hit. Helaas kon  Challenge Records  niet omgaan met de distributie, en de single bereikte pas nummer 45.

Na die tweede (mindere) hit ging het bergaf.  De drummer ging weg om bij the Rightheous Brothers te spelen.  De Charles Broertjes gingen naar Motown en Buddy Randell ging demos opnemen voor Chalenge Records.

Dit is mijn (franse) EP uit 1966. Hierop vinden we de twee hitsingles terug.